Wij staan voor de belangrijke taken die we willen uitvoeren. Dat vraagt om een solide financieel beleid, waarmee risico’s kunnen worden opgevangen. Onze uitgaven worden aangepast aan de inkomsten die wij krijgen van het Rijk. Wij willen geen andere lastenverzwaringen dan trendmatige verhogingen.
De groei van de organisatie, er is een toename van het aantal medewerkers, heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering. In de huidige systematiek groeit de bedrijfsvoering daar niet in mee, dit kan gevolgen hebben voor de dienstverlening, de efficiëntie en effectiviteit van de organisatie. Het verdient aanbeveling een systematiek te ontwikkelen waarmee de bedrijfsvoering meegroeit met de gewenste en gevraagde dienstverlening in een ‘trap-op / trap-af systematiek’, waarin tevens een minimaal benodigd basisniveau gewaarborgd is.
In de eerste kwartaalrapportage 2021 is het DVO Circulus Berkel voor 2021 als risico van maximaal €500.000 aangegeven. Voor programma 3 gaat het daarbij om een risico van €366.000. Dit is het verschil tussen het in de gemeentelijke begroting beschikbare bedrag en de concept DVO van Circulus Berkel.
Circulus Berkel heeft voorstellen voor bezuinigingen gedaan, maar geven daar bij aan dat er (mogelijk) sprake is van desintegratiekosten die gepaard gaan met deze bezuinigingen. De omvang daarvan is door hen (nog) niet berekend.
Al jaren is sprake van overschrijdingen op deze DVO voor stadsreiniging en de DVO afval.. Tot en met 2020 zijn deze jaarlijks incidenteel binnen het programma opgelost. Die mogelijkheden zijn er echter niet meer in de begroting 2021. Verder loopt er op dit moment een toekomstverkenning buitenruimte, waarin gekeken wordt hoe het beheer en onderhoud van de buitenruimte het beste georganiseerd kan worden. Ook lopen er gesprekken met Circulus Berkel voor herziening van de DVO ingaande 2022. In hoe verre dit gaat bijdragen aan het passend krijgen van de DVO binnen onze begroting, is nog niet helder en vormt dus een risico.
Binnen het programma Leefomgeving bestaat dus een risico van minimaal €366.000 voor de komende jaren. Bij het programma Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt leidt dit ook tot een financieel risico van €63.000 binnen het DVO.
In de derde kwartaalrapportage 2020 is gemeld dat de financiële situatie bij Het Groenbedrijf onder druk staat. De voorlopige prognose laat zien dat Het Groenbedrijf voor 2020 met een tekort van €422.000 afsluit. Dit is fors meer dan de begroting. Dit tekort is ten laste gebracht van de Algemene Reserve van Het Groenbedrijf die daarmee daalt van afgerond €1,5 miljoen naar €1,1 miljoen.
De begroting 2021 sluit met een tekort van €167.000. In 2021 zal HGB trachten dit tekort taakstellend binnen de begroting op te lossen. Mocht dit (deels) niet lukken dan wordt een eventueel jaarrekening nadeel over 2021 ten laste van de Algemene Reserve van HGB gebracht. Ook hier is het wachten op de uitkomsten van het externe onderzoek, waardoor dit onderwerp eveneens als risico is aangemerkt.
Op dit moment wordt onderzocht hoe om te gaan met het opdrachtgeverschap en kosten voor de verschillende taken openbare ruimte.
De parkeerexploitatie zoals opgenomen in het MPP (Meerjarig Perspectief Parkeren) staat onder druk. Twee specifieke ontwikkelingen zorgen voor een inhoudelijk en een financieel risico. Het betreft de kosten voor het gratis beschikbaar houden van de NS fietsenstalling (circa €86.000). De onderhandelingen met NS hierover lopen nog, maar zien hier een reëel financieel risico. Er wordt bezien of dit in de parkeerexploitatie opgevangen kan worden.
In het Meerjarig Perspectief Parkeren (MPP) is geen rekening gehouden met groot onderhoud voor de Stadspoortgarage. Uit berekeningen van Vastgoed blijkt een jaarlijkse last voor groot onderhoud van circa €100.000 die niet binnen het MPP kan worden opgevangen. Verdere onderbouwing van het nut en de noodzaak hiervan kan ook gevonden worden in de recent opgestelde vastgoednota. Om een parkeergarage goed in stand te houden is regelmatig (groot) onderhoud nodig (structureel €100.000) anders leid dit tot kapitaalverlies en mogelijk tot technische risico’s. Voor nu wordt voorgesteld dit onderhoud uit te stellen tot de noodzaak of urgentie zich aandient. Dus hier lopen we een financieel en een technisch risico.
In 2021 vindt de aanbesteding plaats voor een nieuwe accountant. Op basis van de marktontwikkeling verwachten wij een toename van de accountantskosten.